Elke week werken we een werkles in circuitvorm. Dat wil zeggen dat we 6 verschillende spelletjes doen, twee taalspelletjes, twee rekenspelletjes en twee motoriekspelletjes. Deze spelletjes doen we maar kort, 5 minuten, en dan draaien we door naar het volgende spel. De betrokkenheid is meestal erg hoog door de vaart die er in zit. Na een ruim half uur hebben alle kinderen alle spellen gedaan. Hou rekening met de wisseltijd!
Voor ons herfstthema hebben we in de eerste week de volgende dingen bedacht:
- Wie ben ik? (taal)
Zoek een aantal plaatjes van dieren die bij de herfst passen. Een kind pakt een plaatje en vertelt er over zonder de naam van het dier te noemen. De andere kinderen moeten raden welk dier er bedoeld wordt. Vragen stellen mag uiteraard.
- Sorteerspel (rekenen)
Zorg voor een grote bak met herfstspulletjes en een boel bakjes of mandjes. Laat de kinderen de spullen sorteren, dit kan uiteraard op verschillende manieren (soort, kleur, grootte). Voor kinderen die de cijfers al beheersen maak je ook mandjes met een cijfer er aan/op. Staat er bijvoorbeeld een 4 op, dan moeten er 4 eikels, 4 kastanjes enz. in het mandje.
- Spinnenweb (motoriek)
Teken op een groot vel een spinnenweb en laat het de kinderen het als groepswerk met propjes papier beplakken.
- Doe mij na (taal)
Zet twee mandjes met daarin dezelfde herfstspullen klaar. Zorg dat de twee kinderen elkaar niet kunnen zien. Het ene kind legt een aantal spullen voor zich neer in een bepaalde volgorde. Het kind vertelt wat het heeft neergelegd en hoe het is neergelegd. Het andere kind moet dit na proberen te maken. Klaar? Checken maar!
- Wie is het eerst bij de paddenstoel? (rekenen)
Maak een parcours van bijvoorbeeld vouwblaadjes op de grond. Maak een start en een finish die past bij het thema. De kinderen dobbelen met de dobbelsteen en zetten telkens hun kabouter/eekhoorn/pionnetje vooruit. Wie is er het eerst bij de finish?
- Kleien (motoriek)
Op Pinterest zijn leuke kleikaarten te vinden in de vorm van paddenstoelen waar het juiste aantal stippen op gekleid moet worden. Even uitprinten en in een insteekhoesje stoppen en de kinderen kunnen aan de slag.